Interessant zijn de berichten op het Eurobirdnet Nederland over taal en vogels. Zo werd de vraag gesteld waar nu eigenlijk de klemtoon ligt bij ‘Sperwergrasmus’. Moetje SPERwergrasmus zeggen, of juist sperwerGRASmus? Het blijkt dat beide mogelijkheden gebruikt worden. Dat kan natuurlijk, tenslotte is de taal levend. Paul Marcus draagt echter tegen de tweede variant argumenten aan waaruit kennis van deze zaak blijkt: ‘De uitspraak sperwerGRASmus is niet juist in het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN; tot voor kort was deze benaming van het Standaardnederlands – met accent op STAN – taboe, maar ze is weer toegestaan). De uitspraak dient te zijn SPERwergrasmus. In een samengesteld woord, waarbij de beide leden zelfstandige naamwoorden zijn, dient de klemtoon normaliter te liggen op de beklemtoonde lettergreep van het eerste lid van de samenstelling. Er kan bij foutieve beklemtoning een irritante beïnvloeding van de betekenis ontstaan, waardoor de luisteraar steeds op het verkeerde been wordt gezet. Zo hoor je steeds: explosievenopruimingsdienst (let wel: de eerste ‘n’ mag in het ABN niet worden uitgesproken!). Ik denk dan altijd dat er een opruimingsdienst op ontploffen staat! Als er sprake is van de WEReldhavendagen, spreekt men op radio en televisie steeds van wereldHAvendagen. Men spreekt deze term dus uit alsof het geen driewerf samengesteld woord is. Wereld en haven vormen wereldhaven, vervolgens worden er een aantal dagen tot WEReldhavendagen uitgeroepen. Door het accent naar HAven te verleggen, gaan die dagen niet meer over een wereldhaven maar zijn het havendagen, die in alle havens over de hele wereld worden gehouden. Wat raar nu dat die wereldHAvendagen nimmer in Urk of Lauwersoog zijn gehouden.