Nu bijna alle provincies zijn voorzien van een avifauna, volgen de lokale avifauna’s elkaar op. Het moment lijkt in zicht dat bijna elke streek een boek heeft over de ‘eigen’ vogels. Vogelwerkgroepleden zijn vaak de motor achter dergelijke producties. Deze organisaties bezitten de vogelkennis, kennen de infrastructuur en zij hebben de energie een dergelijk karwei tot een goed einde te brengen. Een bijkomend voordeel is dat de vogelwerkgroepen hun wortels hebben in de lokale samenleving, waardoor zij via sponsoring door plaatselijke bedrijven en instellingen wat gemakkelijker aan de benodigde financiën kunnen komen. In 2004 bestaat de Vereniging voor Natuuren Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee vijfentwintig jaar. Om het jubileum luister bij te zetten, besloot men vijf jaar geleden een boek te maken over de vogels van Goeree-Overflakkee. Pas in 1964 verloor dit gebied de status van eiland. Sindsdien veranderde er immens veel. Met het expanderende Rotterdam, de komst van een tweede Maasvlakte, kwijnende landbouw en de activiteiten van Deltanatuur wijst alles erop dat de komende veertig jaar ten minste zo heftig zullen verlopen. De redactie van deze uitgave verkoos de avifauna op te zetten vanuit de landschappelijke invalshoek, zodat de lezer wordt meegenomen rond en door Goeree-Overflakkee. Met de Brouwersdam, Kwade Hoek, Scheelhoek, Ventjagersplaat, de Slikken van Flakkee en de Grevelingen bezit Goeree-Overflakkee een reeks vogelgebieden van nationale faam. Gelet op de rondrijdende vogelaars in auto’s met nummerplaten uit omliggende landen, is er zelfs sprake van internationale vermaardheid. Geschreven door ter plekke deskundige vogelaars, passeren deze gebieden via afzonderlijke hoofdstukken de revue. Naast de beschrijvingen over min of meer aparte landschapselementen met bijbehorende vogels, zijn er bij de zevenentwintig hoofdstukken met interviews (onder andere met Kees de Kraker over diens bewakersbestaan op de Hompelvoet). Er zijn ook aparte hoofdstukken over ganzen en roofvogels op Goeree-Overflakkee en, gespreid door het boek, beschouwingen over de relatie mens en vogel in heden en verleden. Zo is er een hoofdstuk over de tumultueuze dagen in februari 1990, toen in de haven van Stellendam een Ivoormeeuw verbleef en voorts is er een hoofdstuk in eilanddialect. Het tweede deel van hel boek omvat de lijst van waargenomen vogelsoorten. Van iedere op Goeree-Overflakkee broedende of waargenomen soort komt de status aan bod, waarbij een relatie gelegd wordt met de nationale gegevens en met de ‘fly-way’- populatie. Rode-lijstsoorten en soorten die een specifieke relatie hebben met Goeree-Overflakkee, krijgen eveneens uitvoerig aandacht. Dit tweede deel beslaat dan ook in totaal zeventig pagina’s.