Met de komst eerder dit jaar van deel zeven van ‘The Birds of Africa’ kwam één van de fraaiste series uit de ornithologische historie toch nog tot een goed einde. Daar zag het niet steeds naar uit. Al halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw rees bij Leslie Brown het plan een handboek te schrijven dat de gehele Afrikaanse avifauna zou omvatten. Brown wist de Amerikaan Emil Urban voor zijn idee te interesseren. Het duurde toen nog tien jaar eer een uitgever voor het plan gewonnen was. Aanvankelijk zou de studie slechts uit twee delen moeten gaan bestaan. Brown stierf echter in 1980, twee jaar na de start van het project en twee jaar vóór het verschijnen van deel één. Hilary Fry en Stuart Keith, beiden adviseurs van de redactie, waren bereid zitting te nemen in het redactieteam. Al spoedig bleek dat om alle stof naar behoren onder te brengen meer delen nodig zouden zijn. Er werden eerst vier, later zelfs zes delen gepland. Toen weer later duidelijk werd dat van de Passerines meer informatie te geven was, stemde Academie Press in met een zevende deel. In de periode 1982 en 2000 verschenen zes delen, met onderlinge verschillen variërend tussen twee en vijf jaar. Tussen de verschijning van deel zes in 2000 en dit laatste deel waren er opnieuw moeilijkheden. Kort nadat de manuscripten van deel zeven in het bezit waren van de uitgeverij Academie Press, werd deze verkocht aan Elsevier Science. De omvangrijke natuurhistorische afdeling ervan ging echter naar Christopher Helm. Om deze reden prijkt op de rug van deel zeven het Helmlogo. Het overlijden van Stuart Keith in februari 2003 was de laatste tegenslag (het Vogeljaar 51 (4); 180-181). Een constante factor in het team was Martin Woodcock, die sinds deel twee zorgdroeg voor de kleurenplaten (232 platen in totaal). Evenals andere langlopende ornithologische boekprojecten, had ook de ‘Birds of Africa’ te maken met een immer groeiende stroom nieuw beschikbaar komende informatie.