De komst in 1970 van de uitgave ‘Where to watch birds in Britain and Europe’ was een openbaring. Voor het eerst las ik waar in Europa welke soorten te vinden waren. Tot in de verste uithoeken van ons werelddeel! Tegenwoordig heeft iedere natie zijn ‘Where to watch birds...’ en in Engeland heeft inmiddels ook ieder graafschap er één. Ruim dertig jaar geleden echter bracht het verschijnen van John Gooders’ boek veel onrust en al spoedig ging mijn lieve echtgenote die ‘ornithologische Baedeker’ verwensen. Ik niet. In april 1973 ijlde onze Renault langs Duitse autobanen richting Balkan. Inclusief echtgenote Els, zij het met een gezicht van ‘vooruit maar weer’. Thuis had ik meeslepende betogen gevoerd over het dat voorjaar tegemoetgaan aan fraaie Griekse stranden, het interessante Istanboel en over de aardige mensen in Roemenië met hun muziek. Maar, toegegeven, eigenlijk waren mijn gedachten veeleer bij de gieren van de Babuna Gorge, de Sporenkieviten van de Nestos Delta, Porto Lago, de Evros Delta, Burgas in Bulgarije en bij nog een rijtje door Gooders aangeprezen vogeloorden. Ik realiseerde mij dat Els mijn schaduwprogramma doorzag, hetgeen in het Renaultje afbreuk deed aan een ontspannen vakantiesfeer. Van meet af aan ging er nogal wat mis. Omdat ik, tamelijk lichtvaardig, de datum van de afreis juist vóór het Paasweekeinde had gepland, waren wij niet alleen op de weg. Ook tienduizenden Turken en Joegoslaven dromden zuidoostwaarts. In de Alpen waren de passen nog of weer geblokkeerd, met als gevolg dat bij Hegyeshalom, voor de Hongaarse grens, zich cohorten auto’s verdrongen met reizigers die een transitvisum wilden bemachtigen, teneinde via dat land de Alpen te omzeilen. Daar verwerkte men de vloed in een Marxistisch-Habsburgs tempo, zodat twee dagen na vertrek wij nog niet eens Boedapest hadden bereikt. Daarna verliep de tocht voorspoediger. Tot net in Griekenland, op weg naar het ook al aanbevolen Koroniameer bij Thessaloniki. Een paar kilometer na de grens haalde een bejaarde Mercedes ons op de smalle tweebaansweg in. Deze miste de bocht en verdween in de steile vallei, waarin het voertuig zo’n 20 m lager gekanteld tot stilstand kwam. Ik naar beneden.