Bij terugkeer van vogels kijken in Verweggistan, kan het weerzien tussen vogelaar en de thuisgebleven partner anders verlopen dan waarvan beiden dromen. Omdat collega’s lieten dóórschemeren dat ook hun thuiskomst niet altijd in harmonie plaatsvindt, is de tijd rijp dit tere punt omzichtig aan te snijden. Na een bescheiden reeks tobberige ervaringen, meen ik te weten waar de schoen wringt. Want zit het niet zo? Op zoek naar heftig begeerde soorten, doolt de vogelaar een paar weken rond in den vreemde, onder omstandigheden die Engelsen veelzeggend aanduiden met ‘rather basic’. Tijdens de zoektochten kan het voorkomen dat maaltijden en logies ontbreken. Tegen het einde van zo’n uitstapje of tijdens de lange vaak tot in de nacht doorlopende terugreis rijzen bij de vogelaar visioenen van regelmaat en comfort, het liefst gepavoiseerd met wijntje en trijntje. De thuisblijvers koesteren andere verwachtingen. Niet ten onrechte vinden zij dat de partner zorgeloos voor zijn plezier op sjouw was, meestal samen met kornuiten. Zij vlassen op een willig oor voor hun verslag over leuke en minder leuke gebeurtenissen. En ook op liefdevol begrip voor het offer dat gebracht werd om ‘hem dan maar weer te laten gaan’. Dat deze twee uitgangspunten niet sporen, kreeg schrijver al bijna veertig jaren geleden ingeprent, bij de thuiskomsten van winterreizen naar Roemenië voor Roodhalsganzen. De vooruitgang in de telecommunicatie maakt het thans mogelijk dat, dobberend in een bootje voor de kust van het Indonesische eiland Lombok, dochter Anne belt met de vraag ‘Pa, kijk eens even in een zeevogelgids naar de kenmerken van de Witbuikfregatvogel. Rommert en ik denken dat er hier eentje tussen de Kleine Fregatvogels vliegt...!’ Op zulke momenten voel ik mij zeer oud. Tegenwoordig kan de reiziger via zijn mobieltje, ook vanachter het voormalige IJzeren Gordijn vandaan, om het kwartier informeren naar de welstand van de geliefde thuis. Of deze dat op prijs stelt is een andere zaak. Veertig jaar geleden was dat onmogelijk. Eenmaal de Hongaarse grens gepasseerd, was het afgelopen met contacten met de geliefde thuis. De daarna weken vergende autoreis langs de ganzenpleisterplaatsen in winters Hongarije en Roemenië, droeg bij aan een fysieke en psychische verwildering, hetgeen het weerzien thuis extra compliceerde.