Het artikel over de Nijlgans en de Halsbandparkiet ‘Exoten in de Nederlandse avifauna; integratie of concurrentie?’ in het Vogeljaar 53 (1) geeft geen duidelijk antwoord op de gestelde vraag. Uit literatuuronderzoek blijkt, volgens de auteurs Sander Pieterse en Wil Tamis, dat deze twee soorten exoten niet schadelijk zijn voor de aanwezige avifauna. Dit is belangrijk, want de International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) stelt, dat exoten die een gevaar vormen voor soorten of ecosystemen, bestreden dienen te worden. Artikel 8h van het Biodiversiteitsverdrag (Rio de Janeiro 1992) luidt dan ook: ‘Prevent the introduction of, control or eradicate those alien species which threaten ecosystems, habitats or species’. Dus voorkómen, beheersen of verdelgen! Genoemde exoten ontsnappen voorlopig de dans. De auteurs wijzen erop dat interacties tussen inheemse soorten minder aandacht krijgen. Wel veel besproken is de Havik die de Sperwer verdringt. Dit relativeert het bezwaar tegen exoten, wanneer door hun tussenkomst een inheemse soort in aantal achteruitgaat. Als echter een inheemse soort op de rand van het uitsterven wordt gebracht, of habitats op z’n kop worden gezet, dan is handhaving van het verdrag onvermijdelijk geworden. Het voordeel van ‘eradicate’ (verdelgen) is, dat je niet eeuwig exotenpopulaties binnen de perken hoeft te houden. Naarmate een exoot zich uitbreidt wordt bestrijding ook moeilijken In alle artikelen over dit onderwerp, ik heb een mapje vol, spreken vogelaars zelden hun verontrusting uit over een eventuele plaag. Men wil de geconstateerde toename eerst nog bestuderen en op zijn beloop laten. De auteurs definiëren: ‘Exoten in de Nederlandse avifauna zijn soorten die met behulp van de mens, al dan niet opzettelijk, zijn geïntroduceerd en niet tot de oorspronkelijke avifauna behoren’. Maar wat versta je onder ‘oorspronkelijke avifauna’? Tal van soorten vliegen hier sedert onheuglijke tijden rond en worden inheems genoemd, ook een cultuurvolger als de Kerkuil, die tevens indicatorsoort is voor het ouderwetse boerenland. Na een tijdje verwerven nieuw aangekomenen burgerrechten, maar tot de alleroorspronkelijke natuur kunnen ze niet altijd gerekend worden. ‘Oorspronkelijk’ is te vaag, het kan verwijzen naar de natuur van 1900, drie millennia geleden, enzovoort. Het scheelt weinig of cultuurvolgers voldoen aan deze definitie van exoot. Het verschil is dat de echte exoot eens naar ons land is getransporteerd. De Nijlgans breidt zich echter even spontaan óver ons land uit, net als een recente immigrant als de Turkse Tortel dat heeft gedaan. Nu vestigen zich ook in meer natuurlijke milieus immigranten. De mens kan zelfs de oorzaak zijn van dit milieu, bijvoorbeeld door het broeikaseffect, of natuurontwikkeling! Dan geldt ‘met behulp van’. Deze categorie is minstens half exoot. Ook waren deze soorten hier niet oorspronkelijk aanwezig en je mag wel van ‘opzettelijke introductie’ spreken als de vogelaars in koor een welkomstlied aanheffen ter begroeting van alweer een nieuwe soort.