Bezit het tijdschrift De Levende Natuur (DLN) te weinig bekendheid? Het lijkt er soms op en zo ja, hoe onterecht is dat dan. Dit bleek maar weer eens uit het respect afdwingende themanummer over weidevogels, waarmee DLN dit voorjaar voor het voetlicht kwam. Met 85 pagina’s is het qua omvang een indrukwekkende uitgave. De themaredactie kan daarnaast ook trots zijn op hetgeen inhoudelijk werd bijeengebracht. Geschreven door deskundigen die tot over hun oren zijn betrokken bij de problemen die weidevogels in dit land het hoofd moeten bieden, krijgt de lezer via 22 (!) bijdragen ingeprent ‘hoe slecht het gaat’, wat er misging en nog misgaat, hoeveel en welke instanties bezig zijn met weidevogelbescherming en wat er mankeert aan de aanpak. Niet onvermeld blijft voorts hoeveel geld inmiddels is gemoeid met pogingen om Nederland zijn weidevogels te doen behouden en wat de vooruitzichten hiervoor zijn. Het nummer geeft zo’n waterval aan informatie dat het je soms duizelt. Waar de bescherming op toe te spitsen? Geen wonder dat vrijwilligers en professionals die actief bezig zijn met weidevogelbescherming op dit moment, (nog) niet in staat zijn nauwkeurig aan te geven welke factoren een rol spelen bij de desastreuze achteruitgang van alle soorten weidevogels. Na 2000 gaat het nu ook bergafwaarts met de Slobeend, Kuifeend, Kievit, Tureluur en Gele Kwikstaart. Soorten die in de periode 1990-2000 nog in de lift zaten dan wel stabiel bleven. Daarbij plaatsten Slobeend en Gele Kwikstaart zich direct in de kopgroep van soorten met de grootste afname. In die kopgroep neemt ook de Veldleeuwerik de trieste eerste plaats in. Nog wat cijfers; via de bijdrage van Wolf Teunissen en Leo Soldaat, stelden Sovon en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vast dat de Scholekster met een tempo van 5% per jaar uit Nederland verdwijnt. De afname van de Kievit en Grutto accelereert alleen maar, zodat indien de huidige trend doorzet, over vijf jaar 10% respectievelijk 16% verdwenen zal zijn. Welke factoren spelen buiten de intensieve agrarische bedrijfsvoering nog meer een rol? Wat was de drempelfactor die leidde tot deze ontstellende gang van zaken? Waterpeilverlaging? De teloorgang van de openheid van het Nederlandse veenweidenlandschap of ontsluiting van de resterende open ruimten? Is predatie beslissend? Afschot op de trek, met mogelijk jaarlijks 20.000 gesneuvelde Grutto’s alleen al in Frankrijk? Te lage kuikenoverleving? Over al deze zaken en nog meer geven deskundigen hun visie op basis van specifiek onderzoek. Er is ook nogal wat geld gemoeid met weidevogelbescherming en -beheer. Op de begroting van het ministerie staat daarvoor jaarlijks 30 miljoen euro gereserveerd. Voor al het overige soortgerichte beheer slechts drie miljoen euro... ‘waarmee wel betere resultaten worden bereikt,’ voegen leden van de themaredactie in het slothoofdstuk er veelzeggend aan toe!