Vogelbescherming Nederland heeft vastgesteld dat veel van haar leden bekeerd raakten tot vogelbeschermer via de vogels in hun tuin. Van die categorie leden kijkt een fors contingent steeds nóg uitsluitend naar tuinvogels. Daarmee is niets mis. Integendeel, wellicht doen ze er juist verstandig aan, omdat ze vooruitlopen op het Nederland van later deze eeuw... één grote huisjes-met-tuintjesstad aan de Noordzee. Want is dit land niet doende één grote tuin te worden? Ga maar na. Dertig jaar geleden berekende Sovon Vogelonderzoek Nederland dat toen qua aantal broedparen, de Veldleeuwerik op de derde plaats kwam, nipt achter de Merel op twee. Nu staat de Merel prominent op nummer één en komt met een afname van negentig procent de Veldleeuwerik zelfs niet bij de top-twintig. Met de laatste is natuurlijk meer aan de hand, maar ook werden veel van hun akkers tuintjes... Ziehier hoe dit land in dertig jaar veranderde. In Zeist rondkijkend in de winkel van Vogelbescherming, wordt alras duidelijk dat deze organisatie tuinvogels van de wieg tot het graf begeleidt. In Nederland staat de verzorgingsstaat tegenwoordig op de tocht, maar voor tuinvogels komt deze er nu pas aan. Nog geen grafzerkjes, maar daaraan zal de nijvere middenstand stellig óók nog wel gaan werken. Nog niet in dit land, dan wel in Engeland, waar tuinvogels ‘booming business’ zijn. De meesten van de ruim één miljoen leden van de Engelse vogelbeschermingsorganisatie zijn tevreden met Vinken tijdens de zondagmiddagwandeling, maar hangen wél een nestkast in de tuin. En voeren! Twee van de drie huishoudens in Engeland voert vogels. Geen wonder dat de vogelvoerindustrie soepel op de Britse goedgeefsheid inspeelt. Ondanks dat wij, met een uitzondering voor het Engelse ontbijt, voor culinaire genoegens niet de Noordzee zullen oversteken, weten de Britten hun tuinvogels te verwennen. Ook in Zeist verkopen ze het Britse spul, weliswaar voor een prijs waarin het voor continentalen onbetaalbare pond sterling is verwerkt, maar de Maasdamse tuinvogels apprecieerden dit ‘made in England’ buitengewoon. Die paar zakken die ik kocht, waren spoedig leeg.