Op mijn stukje in de rubriek Vogelkoppenknipsels in het Vogeljaar 54 (5): 225 met de titel ‘Seisje geeft niets om post’ kreeg ik een reactie van Henk Blok, de schrijver die in mijn stukje genoemd wordt. Hij reageerde per e-mail als volgt: “Ter kennisneming het volgende. In het Vogeljaar 54 (5) in Vogelkoppenknipsels 37 vermeld je een leuk verhaal over de belevenissen met (mogelijk) een sijzengezin in een brievenbus. Omdat mij de naam Zwartkopsijsje niet bekend was en is, heb ik na enkele telefonische omzwervingen de heer C. van der Sluys te Nieuwerkerk gesproken, die namelijk in het voorjaar van 2006 bij Klasien Scheele een onderzoekje in de bus had gedaan en weer thuis op grond van ‘een boekje’ concludeerde dat er een Zwartkopsijsje in zat. Ik zei hem dat het om een man-sijs zou kunnen gaan. Hij beloofde me het boekje op te zoeken en mij per email over de achtergrond van die naam te zullen berichten. Daarna heb ik echter niets meer gehoord, ook niet na een herinnering. Behoudens tegenbericht denk ik nu maar dat betrokkene creatief is geweest en zelf de naam heeft bedacht. Dat het hier – zoals je suggereert — om Koolmezen ging lijkt waarschijnlijker.” Kort daarop kwam echter nog de volgende aanvulling van Henk Blok: “De Zwartkopsijs bestaat toch. De wetenschappelijke naam is Carduelis notata en deze vogel leeft in Brazilië tot in Noord Patagonië. Zie verder http://www.vogelproblemen.nl. Dit vogeltje wordt in ons land in (buiten)volières gekweekt en gekruist met kanarie, Sijs of Putter. Mijn conclusie dat de heer Van der Sluys iets zelf bedacht, is dus bij nader inzien onjuist. Hij moet iets hebben gelezen, mischien over kweekvogels. Maar zoiets in je brievenbus...??”