Een Grutto zat in 2006 in de polder Groot-Mijdrecht te broeden op twee eigen eieren. In het nest lagen ook twee kievitseieren. Toen haar eigen eieren uitkwamen ging het mis. Deze Grutto heeft lang gebroed, maar heeft uiteindelijk het nest toch verlaten. De oorzaak is onbekend. Misschien is ze verongelukt of gepredeerd. Zeker is dat niet. Het is altijd moeilijk om de oorzaak van het verlaten te achterhalen. De twee kievitseieren waren nog niet zover. Waarschijnlijk zijn deze er later bij gelegd. Over het verschijnsel van gekraakte nesten kon ik niks vinden in de literatuur. In arren moede heb ik Johan de Jong – samensteller van het vogelnieuws in ‘Vanellus’, het blad van de Friese vogelwachten – hierover per e-mail vragen gesteld. In Friesland worden relatief veel nesten van weidevogels gevonden. Daardoor is de kans op het ontdekken van afwijkingen ook groter. Hij berichtte mij dat hij dit jaar verschillende ‘gekraakte’ nesten had doorgekregen en verwees me naar ‘Vogels in Friesland’ (Deel 2) voor andere voorbeelden. Het boek noemt op pagina 686 een broedende Scholekster op vier grutto- en drie scholekstereieren; een Grutto op vier eigen eieren en drie watersnipeieren; een Grutto op drie tureluureieren en één eigen ei, enzovoort. Zelfs een slobeendenei bij twee gruttoeieren. De Scholekster die ik vorig jaar broedend op twee eigen eieren en een kievitsei vond, had succes: alles kwam uit maar hoe het verder gegaan is weten we niet.