Bij aankomst in Nederland was kleinzoon Thjom ruim drie maanden oud. Samen met zijn ouders kwam hij logeren in Maasdam, daarmee het voortkabbelende bestaan van oma en opa heftig beïnvloedend. Maar dit terzijde. De uitvoerige commentaren bij zijn verrichtingen tijdens familiebijeenkomsten hoorde hij minzaam aan. Over ‘van wie Thjom wat had’ raakten de dames niet uitgepraat. Bij zo’n onderwerp schiet ik als gesprekspartner volledig tekort, zodat ik volsta met houdingloos toeluisteren. Bij het ophalen van memoires hoe het allemaal ging dertig jaar geleden, toen onze kinderen in het babystadium verkeerden, liet het geheugen mij vaak in de steek. ‘Geen wonder’ reageerde Els indien zich opnieuw een afgrond pijnlijk openbaarde: ‘Je had het toen veel te druk met je werk en met de vogels...!’ Ik meende er goed aan te doen het weerwoord te beperken tot ‘Anne en Hajo konden altijd mee het veld in...!’