De Zwarte Stern Chlidonias niger is van ongeveer 15.000-20.000 broedparen in de jaren vijftig van de vorige eeuw afgenomen tot ongeveer 1.000-1.200 paar tegenwoordig (Van der Winden et al. 1996). De oorzaken van de catastrofale afname zijn het verdwijnen van jong moeras en de toegenomen kwetsbaarheid van de resterende broedplaatsen door onder andere verstoring (Tabel 1). De afname van de Zwarte Stern is echter eind jaren negentig van de vorige eeuw tot staan gekomen en her en der is inmiddels voorzichtig herstel zichtbaar (Van der Winden 2007). Dit is vooral het resultaat van beschermingswerk, zoals een uitbreiding van het aanbod aan vlotjes in moerassen en de activiteiten van agrariërs in het veenweidegebied die vlotjes uitleggen en de kolonies veel minder verstoren tijdens de werkzaamheden dan voorheen. Om een vinger aan de pols te houden voor de effectiviteit van de beschermingsmaatregelen, wordt sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw in toenemende mate onderzoek uitgevoerd naar het broedsucces van Zwarte Sterns in Nederland. In 2006 is door veel betrokken vogelbeschermers van een zeer groot aantal kolonies in geheel Nederland informatie over het broedsucces verzameld. Dit onderzoek en de resultaten daarvan zijn in vele opzichten ongeëvenaard, zodat een verslag van de uitkomsten en een korte evaluatie op zijn plaats zijn.