Oekraïne is een land met een lange geschiedenis. De grenzen schoven in de loop der eeuwen als een tektonische plaat over de kaart. Nadat het door Stalin was geannexeerd als één van de vijftien sovjetrepublieken, ontwikkelde Oekraïne zich tot de rijkste republiek van de unie door de positie als ‘graanschuur’, doordat het land hét vakantieland aan de Zwarte Zee is en vanwege de rijkdom aan steenkool. In de verwarring die op 24 augustus 1991 ontstond met de opheffing van de unie, besloot het parlement van Oekraïne direct de onafhankelijkheid uit te roepen teneinde het socialisme in Oekraïne te redden. In mei 2007 maakte ik met een groep via een reisbureau mijn eerste vogelreis naar Oekraïne, om precies te zijn naar het schiereiland de Krim. De Krim was oorspronkelijk een Russisch bezit, maar de toenmalige partijleider Chroesjtsjov besloot in 1954 om de Krim over te dragen aan Oekraïne. Het argument daarvoor was dat ‘Het een blijk van de grootsheid van het Russische volk was om één van zijn meest waardevolle provincies weg te geven aan een ander broedervolk’. De huidige Russische machthebbers zullen hier niet met veel genoegen aan terugdenken. Feit is dat de Krim een bijzonder mooi schiereiland is waar vogelaars volop aan hun trekken kunnen komen. In het bijzonder de nog gave steppen, de vele wetlands en de kusten van de Zee van Azov en de Zwarte Zee zijn niet alleen gebieden met een heerlijke vogelwereld, maar ook met prachtige landschappen. Er is nog veel te ontdekken. Vogelaars zijn er niet veel en de aandacht voor dóórtrekkende steltlopers is heel wat minder dan voor grote roofvogels.