Het aardige relaas van Koos Dansen over een Knobbelzwaan die in de spiegelende ruit van een telefooncel een rivaal ontwaarde (het Vogeljaar 56 (3): 137-138), herinnerde mij aan een soortgelijk avontuur een paar jaar geleden. Tegenover mijn woning in Deventer bevindt zich een bushalte, eveneens met spiegelende ruiten. Eerst dacht ik nog dat de zwaan die zich met opgeheven vleugels in het hokje posteerde, met de bus mee wilde. Maar al snel begreep ik dat hij zijn evenbeeld zag en zich daar hogelijk over opwond. Mijn verwachting dat hij na enige tijd vanzelf wel op zijn schreden zou terugkeren, werd echter niet bewaarheid. Ik kon deze donquichotterie niet langer aanzien en besloot de vogel op slag te gaan helpen. Maar krijg maar eens een opgefokte Knobbelzwaan uit een bushokje! Pas door het onverschrokken inzetten van een openklappende paraplu slaagden mijn intenties.