Op 24 mei 2006 was het guur, onbestendig weer met stormachtige wind en venijnige regen- en hagelbuien. Omdat ik in verband met weidevogelinventarisaties ter plaatse werkzaamheden moest verrichten had ik de camper geposteerd achter een houtwalletje dicht bij de zuiveringsinstallatie in de overigens vrijwel boomloze Polder Katwoude, tussen Volendam en Monnickendam (N.-H.). Rond 16.00 uur naderde er uit het zuidwesten een hevig noodweer, gepaard gaande met zware windstoten, onweer, slagregens en hagelbuien, waardoor ik mij haastte om de beschutting van het mobiele onderkomen tijdig te bereiken. Vrijwel op hetzelfde moment waarop ik de naar het oosten gerichte zijdeur achter mij dichttrok flitste er een vogel langs de camper, die zonder enige waarneembare aarzeling plaatsnam op de rechterruitenwisser tegen de, van het noodweer afgekeerde, voorruit. Deze plek was tevens relatief beschut door het boven de voorruit aanwezige vaste zonnescherm.