Van 9 tot en met 13 oktober 2009 werd in Höllviken (Zweden) de twaalfde conferentie van de ‘Goose Specialists Group’ (GSG) gehouden. Daarbij kregen de consequenties van groeiende populaties van enkele ganzensoorten kregen veel aandacht. Het thema van de conferentie was dan ook ‘Management of Expanding Goose Populations’. Ook in onze natie zijn de gevolgen van groeiende populaties ganzen merkbaar. Het verbaasde daarom niet dat het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit een deputatie naar Zweden had afgevaardigd. Hierbij was Henk Revoort, bestuurslid van het Faunafonds, de organisatie die net een paar weken eerder het boek ‘Handreiking Faunaschade’ had laten verschijnen. Dit boek behandelt aspecten inzake faunaschade in Nederland, inclusief preventieve maatregelen. Hoezeer ganzen in Nederland trouwens aan de weg timmeren bleek uit de deelnemerslijst. Met 26 aanwezige landgenoten ging de Nederlandse afvaardiging veruit aan top. Zweden volgde met zeventien deelnemers. In totaal waren negentien nationaliteiten present. De conferentie was georganiseerd door Leif Nilsson van de universiteit van Lund. De in Denemarken werkende Brit Tony Fox gaf op hilarische maar inspirerende wijze per soort een overzicht van de in Europa ten westen van de Oeral aanwezige ganzen en hun aantallen. Ten opzichte van eind vorige eeuw namen de totale populaties toe met 24%, tot ruim over de vier miljoen individuen. Dat is dan nog exclusief de in het nabije oosten overwinterende contingenten Grauwe Ganzen en Kolganzen. Deze laatste soort is met 1.200.000 exemplaren het talrijkst.