Soms zit het mee, soms zit het tegen, vandaag het laatste. De anders soms zo zonnig, bijna zuiders aandoende Mokbaai op Texel lag er van op de veerboot gezien triest bij. Motregen, miezerig. Tien langsvliegende Bergeenden brachten wat kleur in al dit grijs. Over de reling van de boot hangend wierp een vrouw stukken brood naar de meevliegende meeuwen. Die hangen achter iedere boot. Ze ondervond dat Zilvermeeuwen zwevend in het ijle moeilijk de grens tussen het brood en een samengehouden duim en wijsvinger kunnen onderscheiden. Eenmaal aan wal volop regen en op weg naar mijn tijdelijke thuis nog even de VVV binnen voor een getijdentabel. Op de tweede dag van mijn verblijf liep ik al vroeg rond aan de noordkant van het eiland. Eind oktober is al wat laat om hier nog iets speciaals te zien, maar het kan nog. Wat gisteren voorspeld was kwam uit, harde wind waardoor de kans op zangertjes klein was. Het gebied rond het Reddingboothuis werd overheerst door lijsterachtigen: Koperwieken, Kramsvogels, Grote Lijsters en Zanglijsters. Beneden aan de Robbenjager stond ook een vogelaar. Met de kijker op de borst en de handen in de lenden stond hij rond te kijken. Uit zijn houding was zo de teleurstelling te vertalen. Eenmaal bij hem kwamen we tot de vaststelling dat we geen slechter weekend dan dit hadden kunnen uitkiezen. We vonden troost in eikaars woorden.