Op 3 mei 2007 controleerde ik een nestkast met nog kale jongen van een Koolmees. Daarbij constateerde ik dat boven op het nest het pluizige kadavertje van een Bonte Vliegenvanger lag weggedrukt. Het geval was al totaal verdroogd. Dat was wel te verklaren door de hoge temperatuur. Bij nadere inspectie bleek het een mannetje te zijn. Het exemplaar was bovendien geringd (AR 11285). Uit één en ander maakte ik de gevolgtrekking dat de Bonte Vliegenvanger getracht zal hebben de nestkast in te pikken en dat deze daarbij in de kast met de Koolmees slaags is geraakt. De sterkere Koolmees (ook moreel) wist daarbij klaarblijkelijk de vliegenvanger klein te krijgen. Hij zal evenwel geen kans hebben gezien de verslagen vijand door het vlieggat naar buiten te werken. Op 22 mei 2008 trof ik op een andere locatie, eveneens in een koolmezenkast, dezelfde situatie aan; weer een Bonte Vliegenvanger en weer een mannetje dood in een hoek van de kast, die overigens al verlaten was. In dit geval was de Bonte Vliegenvanger niet geringd. Daar zowel Koolmezen als Bonte Vliegenvangers dezelfde nestkastjes prefereren en de vliegenvangers bij het betrekken van een kast een hoge kans hebben een reeds bezette kast te treffen, kunnen dergelijke confrontaties zich geregeld voordoen, ook wat betreft de aantallen broedgevallen van beide soorten. Over analoge gevallen zou ik graag bericht ontvangen, waarvoor bij voorbaat dank.