In het Natuurhistorisch Museum Rotterdam viel een poos terug te genieten van de ‘De Grote Schaamluis Tentoonstelling’. Om een vitrine met deze beestjes gevuld te krijgen, deed conservator Kees Moeliker een publiekelijke oproep om deze parasieten in een potje af te geven aan de balie van het museum. De goede gever mocht weliswaar anoniem blijven, maar Kees meldde te prefereren dat het potje met luizen een etiket droeg dat de vindplaats, vinddatum, naam gastheer of gastvrouw en de vinder opsomde. Aan de balie van het museum liep het niet storm, hetgeen natuurlijk te maken had met de verdachte hoek waarin men terechtkomt bij het gastheerschap van schaamluizen. Die gastvrijheid wordt gezien als een geslachtsziekte. Oók om deze reden werd om Moelikers oproep veel geginnegapt. Want voor die aandoening komt men niet graag uit, nietwaar?