Agrarisch Rusland radicaliseert hard. Gedateerde sovchoz- en kolchoz-boerderijen bestaan nog steeds, maar een deel ondergaat een modernisering in de zin van rationalisering waarbij westerse agrarische systemen model staan. Een ander deel wordt ‘landbouwkundig opgeheven’. Deze bedrijven zoeken hun heil in intensievere bosbouw omdat de vraag naar hout alsmaar toeneemt, speciaal vanuit het Westen. Deze bossen behoorden altijd al tot die bedrijven, maar de klemtoon lag meer op landbouw, dus veeteelt en akkerbouw. Het lijkt voor natuurontwikkeling een voordeel wanneer akkerland en natuurlijke weilanden aan hun lot overgelaten worden. In de beginfase is dat inderdaad ook zo, maar al heel snel toont zich de keerzijde, vooral waar het voormalig akkerland betreft. Door een enorme toename van wilgengroei Salix alba en Salix fragilis worden biotopen heel eentonig. Dat is te meer zo omdat voorheen de akkerbouw heel extensief bedreven werd. De verandering van de natuurlijke weilanden gaat aanzienlijk geleidelijker en grotendeels zonder wilgenexplosies. De omringende taiga breidt zich in dit geval uit. Voor de rijke kwartelkoningpopulaties (Crex crex) betekent dit een langzaam einde. Het lijkt nooit goed: extensivering heeft flink nadelige consequenties en van intensivering van de landbouw weten we in Nederland alles. Rusland gaat plaatselijk Nederland kopiëren.