Ook of misschien juist onder vogelaars lopen discussies die met de onaandoenlijkheid van een Tibetaanse gebedsmolen doorgaan, decennialang. Die polemieken krijgen iets vertrouwds, zij het voor menigeen óók iets vermoeiends. Soms zijn er heftige oprispingen, met name op momenten dat iemand over het onderwerp een mening poneert, waarmee collega-deskundigen het oneens zijn – wellicht uitsluitend oneens omdat ze niet vooraf waren geconsulteerd. Zo zijn over de identiteit van grote Holarctische meeuwesoorten bibliotheken volgeschreven. En dat gaat maar door, zodat ik bij het openslaan van een nieuwe aflevering van ‘Dutch Birding’ of ‘Birding World’ in stilte verzucht ‘alsjeblieft niet opnieuw een meeuwenverhaal’. En nu weer de heropleving van de kwestie Toendrarietganzen of Taigarietganzen, een zaak die een halve eeuw geleden anserofielen ook bezighield. Nadien zag het emaaruit dat beide rietganzen hun identiteit hadden gekregen, zij het dat specialisten als Leo van den Bergh en de Belg Georges Huyskens kritische kanttekeningen bleven plaatsen. Tot onlangs Thomas Heinicke de steen opnieuw in het water wierp. Deze Duitser van het eiland Rügen is thans de absolute rietgansgoeroe. Voor deze vogels bereist hij het noordelijke palearctische gebied. Van de Atlantische Oceaan tot de Beringstraat. Op bijeenkomsten van ganzendeskundigen is hij dan ook onomstreden ‘Mister Bean’, een naam die natuurlijk de link legt met Bean Goose, de Engelse naam voor de rietgans. Op de bijeenkomst van de Goose Specialist Group die in het najaar van 2009 werd gehouden in Zweden, stelde hij dat veel determinaties van Taigarietganzen in werkelijkheid Toendrarietganzen betreffen. Die onjuiste determinatie vindt óók plaats in Nederland, aldus Mister Bean. De mededeling baarde opzien. Omdat de onder regie van Sovon plaatshebbende watervogeltellingen iedere winter voor Nederland een paar duizend Taiga’s in de boeken brengen, nodigde Kees Koffijberg Mister Bean al eerder uit gezamenlijk de Nederlandse taigarietganspleisterplaatsen langs te gaan. Die vijfdaagse rietgansodyssee had plaats in januari 2009. ‘Alleen Toendrarietganzen gezien en geen Taiga’s’, oordeelde Mister Bean. Wel voegde hij er toeschietelijk aan toe: dat dit nog niet wil zeggen dat er in Nederland nooit Taigarietganzen komen’. Kees Polderdijk van de ‘Vereniging van Ganzen vangers’ beaamde Mister Beans visie over Toendra- en Taigarietganzen. Om rietganzen te ringen, gaan hij en Thomas Heinicke ze regelmatig vangen in het Duits-Poolse grensgebied, zodat er heel wat door zijn handen gaan. Terzijde, indien u in bent voor een deskundige maar ook onderkoeld hilarische lezing over het ganzenvangbedrijf, nodig dan Kees Polderdijk een avond uit.