Kan je het als vogelaar maken nog nooit een Korhoen gezien te hebben? Waarom eigenlijk niet? Toch gaf deze bekentenis me laatst in gezelschap van zielsverwanten een licht onprettig gevoel. In Nederland zou men zeggen: ‘Je moet beslist eens gaan kijken’. In Vlaanderen klinkt het dan: ‘Alè hoe is da nu mogelijk’. De Hoge Venen in België herbergen een kleine korhoenderpopulatie. Deze streek kenmerkt zich echter door zijn fraaie landschap zo gemiddeld honderdvijftig dagen per jaar in mist te hullen. Op de Sallandse Heuvelrug in Nederland zitten ook Korhoenders en dat gebied bood betere kansen. Na een telefoontje naar het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer aldaar viel de beslissing: naar Overijssel. Op drie zaterdagen in april 2000 vertrok er om 6:15 uur ‘s ochtends een paardentram naar de baltsplaats. Eén probleem: hoe geraak ik daar zo vroeg? Een weekendhuisje huren of een hotelletje voor één nacht? Kun je daar dan als een dief in de nacht om 5:30 uur op kousevoeten naar buiten sluipen? Nog thuis en vrij onverwachts lanceerde ik het idee om dit eens met z’n allen te gaan doen. We zouden dan om 2:30 uur moeten vertrekken.