Het was al een goede ‘vogelweek’ geweest in Zeeland met op de Koudekerkse inlaag Witgat en Bosruiter. Op de plas tegenover de Weversinlaag zaten Krombekstrandlopers, Strandplevier en Grauwe Franjepoot. In de Schakerloopolder op Tholen vertoefden vier ruitersoorten: Tureluur, Zwarte Ruiter en Groenpootruiter; vooral leuk was de Poelruiter. Toch bleef één andere in Nederland aanwezige soort door mijn gedachten spelen: de al enkele dagen op de Maasvlakte aanwezige Monniksgier. Nu word ik niet direct zenuwachtig van iedere gemelde unieke vogelsoort maar dit was toch ‘the chance of a lifetime’. Volgens mijn informatie was het ook een ‘echte’. Geen exemplaar dat z’n werkgever, dierentuin of vogelpark, vaarwel had gezegd. Later zou blijken dat de meningen over zijn herkomst verdeeld waren. De vorige en eerste keer dat de Monniksgier in Nederland gezien werd dateert van oktober 1948. Dat exemplaar werd gevonden te Beneden-Leeuwen (Gelderland) en staat nu opgezet te kijk in Naturalis te Leiden. Over de omstandigheden waarin hij om het leven is gekomen, bestaan geen duidelijke aanwijzingen. Met onderweg in Polder Zwartewaal (Zuid-Holland) nog eerst goede observatie van een Purperreiger belandde ik op de Maasvlakte. Het was mooi helder weer, wel met een nijdige wind en voor mij het eerste bezoek aan deze plaats met zonneschijn. Vorige bezoeken in oktober waren onder slechter omstandigheden gebeurd. Zou er dan in Nederland een triester en desolater oord dan dit bestaan?