Vorig jaar bestond de Club van Nederlandse Vogelkundigen honderd jaar. Het bestuur besloot dat er een ‘Eeuwbericht’ moest komen, een boek waarin de redactie de historie van ‘de Club’ beschrijft. Omdat De Club in die honderd jaar een hechte band onderhield met Texel, komt die naam in de clubgeschiedenis vaak voor. Op zoek naar geschriften die de redactie van het Eeuwbericht van nut zouden kunnen zijn, vond ik in de krochten van mijn archief de catalogus waarmee het veilinghuis A.L. van Gendt in Amsterdam de boekencollectie van Johann G. van Marle aanprees. Die vondst zette bij mij de klok prompt ruim dertig jaar terug.