In de rubriek Vogelkoppenknipsels in het Vogeljaar 59(5):263 stond dat drie Zwarte Gieren door politiediensten in Neder-Saksen zouden zijn ingezet om lijken op te kunnen sporen. Hierop reageerden Otte Zijlstra en Jelle de Jong. Naar hun mening klopte er iets niet in de berichten daarover. Uit napluizen in de literatuur bleek inderdaad dat de Zwarte Gier (Black Vulture Coragyps atratus) helemaal niet kan ruiken en dus niet kan worden opgeleid tot politiegier. Dat stellen James Ferguson-Lee en David A. Christie in hun boek ‘Raptors of the World’ op bladzijde 306. De Roodkopgier (ook wel Kalkoengier genoemd, Turkey Vulture Cathartes aura), de Kleine Geelpootgier (Lesser Yellow-headed Vulture Cathartes burrovianus) en de Grote Geelkopgier (Greater Yellow-headed Vulture Cathartes melambrotus) hebben echter wel een hoog ontwikkelde reukzin. Zij zoeken hun prooi op reuk door op geringe hoogte boven de oppervlakte of de begroeiing te vliegen. Zelfs als de prooi verborgen ligt in de begroeiing, vinden zij de prooi. Het door de Spits en De Telegraaf gestelde op 1 juni 2011 en in het Vogeljaar 59(5) geciteerde bericht, berust dus op een onwaarheid. Als er gieren werden ingezet voor speurwerk dan zullen dat geen Zwarte Gieren zijn geweest. WS
Additional Metadata | |
---|---|
Het Vogeljaar | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Stichting Het Vogeljaar |
onbekend. (2012). Reacties. Het Vogeljaar, 60(2), 80–80. |