In 1990 verscheen een broedvogelatlas van Noord-Holland. Twintig jaar later zetten dezelfde redacteuren zich aan een nieuw project. Doordat zij in de nieuwe uitgave dezelfde methode hanteren als twintig jaar geleden, wordt verandering plotseling erg duidelijk. Soms is dat erg positief, bijvoorbeeld bij de bosvogels, soms negatief, zoals bij weidevogels. De provincie Noord-Holland werd opgedeeld in een raster van 3.045 kilometerhokken om nauwkeurig te kunnen inventariseren. Daarmee zijn de resultaten vijfentwintig keer zo nauwkeurig als de Atlas van de Nederlandse Broedvogels die in 2002 verscheen. Alle vogelwerkgroepen in Noord-Holland deden mee. Vijf keer in een jaar werden de kilometerhokken (elk met een oppervlakte van 100 ha) bezocht door 440 veldwaarnemers. Van vijftig kilometerhokken zijn geen gegevens bekend. Ruim 80% van de provincie is geheel onderzocht. In de atlas staan 196 soorten en twee ondersoorten beschreven die er in de periode 1990-2009 hebben gebroed.