‘De Wintertalingen zullen nu wel in paniek zijn,’ prevelde Tom Lebret. Hij stond op dat moment langs de Zwarte-Zeekust van Roemenië, in de middag van 2 november 1970. Voor de watervogelman Lebret was daar van alles te beleven. Desondanks gingen zijn gedachten die dag naar de Nederlandse delta, in het bijzonder naar de Biesbosch. Op die datum werd deze als gevolg van de sluiting van het Haringvliet vrijwel tijloos. Het was een einde van een tijdperk. Anderhalf maand later kreeg dat einde een extra dimensie: op 27 december 1970 bezweek een olieopslagtank van de Amercentrale, waardoor ten minste negenduizend ton vervuilde olie de Amer in plonsde. De Biesbosch en zijn vogels raakten ernstig vervuild. Ruim veertig j aar later, op 27 oktober 2011, voer ik op de ‘Pandion’ van Staatsbosbeheer het Gat van de Noorderklip af. Al lang verlangde ik ernaar weer door de Biesbosch te varen. De niet aflatende stroom fijne vogelberichten op ‘Waarneming.nl’ en het rapport ‘Broedvogels van Nationaal Park De Biesbosch’ van Sovon gaven de doorslag.