In april 2011 maakte ik een fietstochtje en kwam onder andere langs de Nieuweweg bij Maarssen (Utr.). Vandaar reed ik de Veenkade op in de richting van de Middenweg, dit is in de Bethunepolder. Aan de oostzijde van de polder ligt het dorp Tienhoven en verderop in de richting Maartensdijk nog Oud-Maarsseveen, Westbroek, Molenpolder, Achttienhoven en Achterwetering. Halverwege de Veenkade stopte ik, omdat ik een zangertje hoorde. Het was een Rietzanger, voor mij de eerste van dit jaar. Rondkijkend bemerkte ik hoog in de lucht twee grote vogels, met de 10 x 40 kijker te determineren als Ooievaars. Ze zweefden dicht bij elkaar. Zo dicht, dat de vleugeltoppen elkaar schenen te raken. Gedurende enkele minuten zweefden ze heen en weer en langzaam zakten de vogels wat lager. Ze waren nu recht boven mijn standplaats, naar schatting circa 100 m hoog. Plotseling maakte één vogel een buiteling, gooide de kop in de nek en vloog onmiddellijk daarop weer vooruit. Daarbij was ook het bekende klepperende geluid te horen. Tot vijf- of zesmaal achtereen zag ik deze actie van de ene vogel: een buiteling met de kop in de nek vooruit en luid klepperend. Daarna dreven de Ooievaars uit elkaar, de ene richting Tienhoven of Oud-Maarsseveen. De andere vogel vloog richting Maarssen. Dit voor mij bijzondere gedrag in de lucht had ik nooit eerder gezien. Indien men in het vroege voorjaar een Ooievaar op het nest ziet staan en zijn of haar partner landt op het nest dan kan men steeds de vogels horen klepperen ter begroeting, een vriendelijkheidsgeste dus. Het klepperen heeft evenwel nog een andere betekenis, namelijk agressiviteit of afweer, waarvan een dreiging uitgaat.