In het boek ‘Veerkracht’ wordt een kijkje gegeven in het leven van de broedende Kerkuilen in een nestkast. Hierbij wordt teruggekeken over een periode 1921 tot 2011 in Midden-Nederland. Na 1963 zat het aantal Kerkuilen in deze regio in een diep dal. Dank zij de inzet van ontelbare vrijwilligers over een periode van meer dan vijfentwintig jaar zijn de aantallen Kerkuilen inmiddels enorm vooruitgegaan. Tot de zeer strenge winter van 1962-’63 broedden er in Utrecht en de West-Betuwe jaarlijks ongeveer vijfenzeventig paren Kerkuilen. Na deze winter broedden er bijna of helemaal geen Kerkuilen meer in deze regio. Daarna kwamen er jaarlijks maximaal 8 paar Kerkuilen bij tot de winter van 1978-’79, toen zakte de populatie weer helemaal in. Intussen hadden veel boeren, instanties en vrijwilligers de handen ineengeslagen om een verdere achteruitgang tegen te gaan, met goed gevolg. De laatste jaren schommelt het aantal broedparen in de provincie Utrecht en de West-Betuwe tussen de vijftig en negentig paar. In dit boek wordt uit de doeken gedaan hoe dit tot stand is gekomen en hoe dit past binnen de kerkuilenbescherming van Nederland.