In een aantal dagbladen lazen we het volgende bericht: „Het bestuur van het landbouwschap heeft het vorig jaar vier prijzen beschikbaar gesteld voor de jagers, die de meeste houtduiven zouden schieten. De prijs van ƒ 1000,— is daarbij gewonnen door de heer W. M. Brinkman te Drummen met 2066 afgeschoten duiven. De prijs van ƒ 500,— is toegekend aan de heer J. de Kruyff te Voorst met 1719 afgeschoten duiven en de prijs van ƒ 250,— is behaald door de heer H. A. v. d. Hoogen te Boxmeer met 1077 afgeschoten duiven. De prijs van ƒ 100,— behaalde de heer H. G. R. v. d. Oudenrijn te Utrecht met 1012 afgeschoten duiven. In totaal zijn tussen 21 maart en eind oktober 1955 148.038 duiven afgeschoten (in 1954 was dit cijfer 140.102). De landbouwschade per houtduif bedraagt ƒ 5,— tot ƒ 6,— per jaar, hetgeen voor de landbouw een totale schade betekent van meer dan een miljoen.”