Mevr. D. Celosse-Geul te ’s Gravenhage schrijft het volgende: ”In nr. 4 van ”Wiek en Sneb” las ik het artikel van J. T. over het doodvliegen van zangvogels tegen glazen ramen. Op het ogenblik logeer ik hier bij vrienden, die jaren geleden in Wassenaar kwamen wonen en in de eerste tijd vele vogels vonden, die zich doodvlogen tegen het glazen windscherm op het terras. Teneinde dit te voorkomen liet men op elke glasruit een witte bol verven, (middellijn 12 cm). Daarna vlogen geen vogels meer tegen het glas. Mogelijk is deze eenvoudige methode gemakkelijker dan het aanbrengen van uitgeknipte silhouetten van roofvogels?” Tegelijkertijd schrijft ook Dr. A. Schifferli in Der Ornitologische Beobachter jrg. 53-1956-pp.l08-109 over ”Sichtbarmachen gefährlicher Fensterflächen für Vögel”. De laatste tijd werd de Vogelwarte Sempach er geregeld opmerkzaam op gemaakt, dat zich vogels doodvlogen tegen grote vensterruiten. Tegen de glazen wanden van een verbindingsgang tussen twee schoolgebouwen te Brugg, Zwitserland, vlogen zich steeds kleine vogels dood. Deze onzichtbare hindernis tussen de twee gebouwen werd op dezelfde wijze als hierboven beschreven voor de vogels zichtbaar gemaakt. Dank zij de medewerking van de Gemeenteraad van Brugg en de Vogelwarte Sempach werden op elke grote ruit ongeveer 8 tot 10 ronde witte schijven geverfd. Er vlogen zich geen vogels meer dood en de schooljeugd wordt op praktische wijze dagelijks aan de vogelbeschermingsgedachte herinnert. Ook in Nederland kunnen wij van dit eenvoudige hulpmiddel gebruik maken.