Toen ik in 1941 in Twente ging wonen, maakte ik voor het eerst kennis met de Bonte vliegenvanger, vroeger genaamd „Zwartgrauwe vliegenvanger”. Ik ben blij, dat deze laatste, lelijke naam langzamerhand minder wordt gebruikt. Dicht bij mijn woonplaats bevindt zich een groot particulier bezit, afwisselend bestaande uit boerderijen en bossen van beperkte grootte.