In vervolg op de artikelen welke reeds in „Wiek en Sneb” verschenen, kan ik uit ervaring mededelen, dat ik verscheidene keren vogels op de ruggen van vee heb waargenomen. Het betroffen dan meestal spreeuwen, die op de ruggen van koeien of schapen zaten. Dit komt voor zowel op liggende als op grazende dieren en ziet men evengoed in het Noorden als in het Zuiden van het land. Zeer waarschijnlijk zoeken de dieren daar ongedierte (Schapenteek) en niet om b.v. wol te verzamelen. Wol van schapen kan gemakkelijker en in grote hoeveelheden van prikkeldraad getrokken worden. Ook in de Diergaarde Blijdorp heb ik vroeger eens een spreeuw op een Gnoe of soort Antiloop zien zitten. Dat er echter vogels zijn, die regelmatig op de ruggen van dieren zitten, er zelfs aan hangen en de dieren vergezellen komt o.a. in Afrika en Amerika voor. Daar kent men de madenhakker (Buphagus erythrorhynchus) die tot de Familie der spreeuwen behoort. Deze vogels vergezellen grote zoogdieren zoals koeien, buffels, paarden, antilopen, nijlpaarden e.d. Ze leven van de larven van horzels en vliegen, die in de huid van deze dieren leven. De koevogel (Molothrus ater) komt in Amerika voor en leeft ook van ongedierte op buffels, koeien en paarden. De koereiger (Bubulcus ibis) vergezelt zowel tamme als wilde runderen in Afrika en kan wel eens op de rug van een of ander dier gaan zitten, doch dit is niet de gewoonte. Zij eten van wat de runderen bij het grazen naar boven brengen. De madenhakker, die ook buffelpikker genoemd wordt, kan de dieren soms tot last worden, daar hij bij het „uithakken” der larven, die in de huid der runderen leven, derhalve niet in het haar —, de gastheren soms deerlijk kan verwonden.