Uit verschillende archieven is duidelijk geworden dat al in zeer vroege tijden „Placaeten”, „Keuren” of andere „Ordonnancien” ter bescherming van bepaalde vogelsoorten uitgevaardigd werden. In een uitvoerige studie over ons bewaard gebleven gegevens van de avifauna van Nederland haalt Brouwer (1953) talrijke voorbeelden aan uit de door Merula (1605) bijeen gebrachte „Placaten ende Ordonnancien op ’tstuck vande Wildernissen”. Ofschoon Drijver (1953) terecht tot de konklusie komt dat met deze beschermingsmaatregelen in de eerste plaats „de belangen van de jacht gediend moesten worden”, kan Brouwer (pag. 150) toch gewag maken van een placaat „tegen het vangen en vernielen van Nachtegaaltjens”, hetwelk „van een meer ideëele opvatting getuigt”.