Dit onderzoek werd opgezet naar aanleiding van het feit dat, jaar in jaar uit, het aantal kieviten in Waterland omstreeks de 21e november een opvallende toename vertoonde. Dit, gevoegd bij mededelingen uit andere delen van ons land, deed mij besluiten eens op bescheiden schaal een landelijk onderzoekje te organiseren, waartoe in het najaar van 1955 een oproep verscheen in „Vanellus" en in „Wiek en Sneb”. Aan belangstellenden werden formulieren toegezonden, waarop zo mogelijk eens per week of vaker een telling of betrouwbare schatting moest worden opgegeven van het aantal kieviten in een proefvak, dat in de loop van het onderzoek ongewijzigd bleef. De ontvangen waarnemingen geven aardige voorlopige gegevens (zie „Vanellus” jrg. 9 pp. 199-201) en wijzen de richting, waarin het onderzoek moet worden voortgezet.