In het Franse jachtblaadje „Revue Nationale de la Chasse”, van December 1954, waarin ook de mededelingen van de vereniging van Franse waterwildjagers worden gepubliceerd, staat aan het eind van een lange lijst van jachtberichten, waarin zeer geklaagd wordt over de slechte wildstand en het geringe aantal trekvogels gedurende de periode 15 Augustus/15 October, een samenvatting die als volgt luidt: „Na de myxomatose bij het konijn, worden nu de Franse jagers weer opnieuw zwaar getroffen door de crisis van het waterwild. Het is duidelijk, dat alle factoren hebben samengewerkt om dit jaar de jacht op het waterwild catastrophaal slecht te doen zijn. 1e. De hevige koude-inval van eind Jan. ’54 heeft grote slachtingen onder de eendachtigen, de snippen en de Kieviten mogelijk gemaakt. 2e. Deze zelfde koude-inval heeft het broedseizoen van de vogels aanmerkelijk verlaat. 3e. Het koude en natte voorjaar heeft de dood van vele jongen veroorzaakt. 4e. De wind was bijna altijd West. Deze is ongunstig voor de jacht op het trekwild.