Ook dit seizoen is er wel iets over Schiermonnikoog te melden. Er broeden in het algemeen de vogels die men ook elders in duinen vinden kan; in de bossen, ’t geboomte in het dorp en in de polder ook de soorten, die men er zou verwachten. Speciale vermelding verdienen; Grauwe gans: 27/5; Eidereend: 4 nesten; Br. kiekendief: nest met 6 (later 5) eieren gevonden; Gr. kiekendief: nest, 4 eieren; Buizerd: 3/6; Steenarend: 3/6, overgangskleed; trok in O. richting: Boomvalk: 28-29/5; Kraanvogel: 30/5 (ontdekt door Kolvoort c.s., Arnhem): 31/5 door ons gezien: 2/6 nog door Talsma, (31/5 door v. d. V. gefilmd); Zilverplevier: 30/5; Br. kl. mantelmeeuw (Larus fuscus graelsii); minstens 1 nest (2 eieren); ♂ & ♀ beide erg donker gekleurd; Stormmeeuw: kolonie v. 12 nesten; Drieteenmeeuw: 1 ad 31/5; Noordse stern; aparte kolonie 8 nesten; Turkse tortel: evenals 1954 één paar broedend (jachtopz. De gev. (Jachtopz.); Keep ♂ en ♀ (Kolvoort) 29/5 ♂ waargenomen, 4 Juni ♀ nog gezien door v. d. V.), broedvogel??; Sprinkhaanrietzanger: minstens 3 paar; Bonte vliegenvanger: 2 paar broedend; Grauwe klauwier; minstens 9 paar; Wielewaal: 6 broedgev. (Jachtopz.); Keep ♂ & ♀ Kolvoort 28/5; ♂ tot 1/6 door ons waargenomen. Zulke drastische maatregelen tegen de Zilvermeeuwen, als elders nodig waren, behoeven op Schiermonnikoog niet genomen te worden, doordat de jachtopz. de Zilvermeeuwen jaarlijks binnen de perken houdt.
Additional Metadata | |
---|---|
Wiek en sneb | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Stichting Het Vogeljaar |
J. v.d. Beek, L. Draayer, & B. v.d. Velden. (1955). Schiermonnikoog. Wiek en sneb, 3(4/5), 37–37. |