Elk voorjaar als de boomklever z’n monter „tuu-tuu-tuu ... door de hoge — nog kale — beuken laat klinken, vragen we ons af of de fraaie blauwspechtjes weer het oude bolletje in de boom tegenover ons huis zullen betrekken. Dat hebben ze nu drie seizoenen achter elkaar gedaan. Maar dit keer was een gewiekst pimpelpaar hen voor! Of er nog gebakkeleid is om de woning, is ons niet bekend, wèl, dat ook de groene specht er een oogje op had. Keurig heeft hij een rand rondom de voor hem te kleine opening weggebeiteld, doch daar bleef het bij. Hij vond wederom in de laan een nestholte, die voor gebruik gereed was. Ook is het in de lente altijd weer een zaak, die ons hevig interesseert, wat we in de nestkasten in de tuin kunnen verwachten. Zullen het weer koolmezen en roodstaarten zijn? Daar hebben we ze eigenlijk voor opgehangen. Ze zijn gemaakt door leden van onze vogelbeschermingswacht, handig in bet gebruik en rondom het vlieggat een zinken plaatje, zodat geen specht of eekhoorn er gijntjes mee uithalen kan.