De winter van 1956

In Scandinavië en Rusland was reeds in november de winter ingevallen en in december vroor het daar bijzonder streng. Deze koude bereikte ons land echter niet. December was voor ons een zachte maand en ook januari gaf ons tot de 30ste slechts lichte vorst. Op die datum echter drong zeer koude lucht met stormachtige oostenwind naar ons land. De temperatuur daalde snel en vooral 31 januari en 1 februari waren zeer koud, mede door de harde wind. Men zie ook de grafiek, waarop voor elke dag de maximum en minimum temperatuur zijn aangegeven, benevens het etmaalgemiddelde. Dit gemiddelde was voor 1 febr, —14º, dat is ruim 16º onder normaal. Geen wonder, dat de ijsvorming zeer snel ging. Na enkele dagen vorst kwamen reeds vele watervogels in nood. De zeer koude lucht vloeide in enkele dagen over geheel Frankrijk en was op 2 febr. aan de Rivièra. Op 3 febr. en de dagen daarna brachten storingen echter hogere temperaturen, maar ook sneeuw. Na de 7e kwam de wind weer in de noordhoek, de vorst nam weer toe om op 16 febr. bijzonder streng te worden. Bijna overal vroor het meer dan 20º; de laagste temp. was -26,8º te Uithuizermeeden (Gr.). Het gemiddelde in De Bilt was op de 16de 18º onder normaal! Deze koude hield aan tot 25 febr. Er was echter over het algemeen niet veel wind, zodat de koude tamelijk goed te verdragen was.