De trek in het najaar is meer en beter bestudeerd dan het terugkomen van de vogels in het voorjaar. Al is dit laatste verschijnsel dan niet zo massaal geconcentreerd, het is toch zeker de moeite waard eens na te gaan welke voorwaarden gunstig, soms zelfs bepalend zijn voor de terugkeer. In de eerste plaats komt daarvoor in aanmerking de lichtintensiviteit en de lengte van de dag. Deze moeten weer een bepaald minimum bereikt hebben (voor de meeste soorten ligt dit uiteraard op een ander punt), voor we op de terugkeer mogen rekenen, ook al zou de temperatuur b.v. al aan de minimum eisen van die bepaalde vogel voldoen. Is dus aan die eerstgenoemde voorwaarden voldaan, dan kunnen we die vogel terug verwachten, maar meestal wordt ons geduld dan nog op de proef gesteld, omdat de temperatuur b.v. nog niet aan bepaalde minimum eisen voldoet.