Zoals bekend broedt de Kanoetstrandloper enerzijds in Noordoost-Canada en Groenland en anderzijds in Siberië. Vooral het trekcentrum van de laatste populatie is nog maar fragmentarisch bekend. Dick et al. (1976) geven een overzicht van alle systematische en anekdotische waarnemingan van Kanoeten in het voorjaar die tot dan toe zijn gepubliceerd. Het blijkt dat op veel plaatsen langs de Atlantische kust van West-Europa trekkende en/of verblijvende Kanoeten worden opgemerkt in de maand mei. Als uitgesproken lange-afstandsvlieger doen de vogels maar weinig pleisterplaatsen aan op hun voorjaarstrek.