Voor 1971 waren op het kustgedeelte tussen Lindesnes (zuidpunt Noorwegen) tot aande Zweedse grens slechts 4 IJsduikers en 4 Geelsnavelduikers waargenomen. Van 1971-84 werden respectievelijk 27 en 17 exemplaren van deze soorten gezien plus nog 27 ongedetermineerde “grote duikers” langs dit deel van de Noorse kust. Karlsen beschrijft een gestage toename van het aantal waarnemingen, deels als gevolg van een toegenomen waarnemersactiviteit in het gebied. De meeste “grote duikers” worden gedurende voorjaarstrek (april-juni) en najaarstrek (september-december) gezien. In 1983 werden opmerkelijk grote aantallen duikers vastgesteld (4 IJsduikers, 10 Geelsnavelduikers en 9 ongedetermineerde “grote duikers”, samen 32% van het totaal waargenomen aantal van 1971-84, n=71). De meeste vogels werden gezien nabij het station Mølen, Brunlanes (Vestfold), vaak gedurende periodes met aanhoudende zuidelijke wind.