Op verzoek van Staatsbosbeheer zal het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) in 1986-90 jaarlijks verdeeld over twaalf kolonies ruim 2150 bijna vliegvlugge, jonge Zilvermeeuwen merken met grote opvallende pootringen (oranje, geel, wit, groen, zwart en paars) met daarin een letter, een cijfer of horizontale strepen gegraveerd; letter en cijfer zijn driemaal herhaald op de ring, zodat ook de letter/cijfer-inscriptie van alle kanten kan worden afgelezen. Aan elke poot bevindt zich één ring. Doel van het onderzoek is om op gestandaardiseerde wijze (1) verschillen in verspreiding en overlevingskansen tussen leeftijdsklassen, alsmede (2) vestigingspatronen van broedrijpe vogels vast te leggen, nu na de sterke aantalsexplosie in de jaren zeventig de stand van de soort in ons land aan het stabiliseren is en lokaal zelfs al iets terugloopt. Waarnemingen en vondsten van gemerkte Zilvermeeuwen worden gaarne ingewacht door Arie L. Spaans, RIN, Antwoordnummer 1617, 6800 WC Arnhem (geen postzegel nodig). Van belang zijn: leeftijd vogel, kleurringcombinatie/code (bij voorkeur in de vorm: links geel B, rechts wit 7), waarnemingsdatum, waarnemingsplaats en conditie vogel (gezond, ziek, dood). Alle inzenders ontvangen per omgaande bericht over de ringgegevens van de waargenomen vogel. Vogelaars die denken dat zij geregeld bepaalde locaties op gekleurringde meeuwen zullen kunnen afzoeken, wordt verzocht dit even te melden.