Het zou een niet al te mooie dag worden, volgens onze weerman Erwin Krol. Kans op een bui, luidde zijn boodschap. Maar gelukkig bleef het droog en kwamen er enkele opklaringen. Zo blijkt maar weer dat deze gozer ook niet altijd gelijk heeft. We waren van plan om alle havikshorsten weer te gaan controleren in de hoop de jongen waar te nemen. En inderdaad, een havikshorst waarvan het paar ons een paar mooie trekjes had laten zien, had drie jongen en twee eieren. Tevens vonden we, net als de vorige keer, een staartpen van het wijfje op het nest. Ze is goed op schema met het ruien van haar veren. Op naar de volgende. Onderweg maakten we een ommetje langs een rij holle bomen, waarvan de eerste boom met hol onbewoond bleek te zijn. Zo liepen we, met Bettie Serveert in ons hoofd, richting volgende hol. Volgens Arjen kon daar wel eens een Torenvalk in zitten. Ach, het kan geen kwaad om even een tikje tegen de levenloze boom te geven, zolang hij maar niet omvalt. Zo gezegd, zo gedaan. Na het ’tikje’ vloog er een vrouwtje Torenvalk uit. We konden onze ogen niet geloven, maar het was waar. De boom konden we helaas niet direct beklimmen, maar dat maakte eventjes niets uit. Aan de overkant van de weg hangt een valkekast. Was het niet zo dat een Torenvalk liever in een kast broedt dan in een hol of op een natuurlijk nest? Maar goed, de vogels kiezen en wij kijken toe. Soms is de keuze een bijzondere.