Het is een spannend seizoen. In de loop van de vorige nazomer werd duidelijk dat de muizenstand tlink aantrok. De braakballen van met name de Ransuilen vormden hiervoor een uitstekende indicator. Ze zaten voor het eerst sinds twee jaar weer vol met hele en halve schedels en kaakjes van veldmuizen. De verwachting was dan ook grote en vroege legsels bij de muizenetende roofvogels en uilen. En deels beantwoordden de resultaten aan de verwachtingen. Grote legsels dit jaar, zowel bij de diverse uilensoorten als bij Buizerd en Torenvalk. Bij Ransuil en Torenvalk waren zes- en zevenlegsels geen uitzondering. De Buizerd stelde ook niet teleur. Plaatselijk werden voor het eerst sinds twee jaar weer vierlegsels aangetroffen en twee maal zelfs een vijflegsel. Het aantal uitgekomen jongen lag in de meeste gevallen aanzienlijk lager. In verband met het royale voedselaanbod gingen we er vanuit dat ook het legbegin bij bovengenoemde soorten duidelijk vroeger zou zijn. Maar voor zover wij het nu kunnen inschatten (alle gegevens zijn nog lang niet binnen) is er merkwaardig genoeg nauwelijks verschil tussen het legbegin van de Buizerd in dit voedselrijke seizoen en de twee muizenarme vorige jaren. Het kwam echter wèl weer goed overeen met de bevindingen in de Ecologische Atlas, waaruit bleek dat koude en strenge winters een later legbegin opleveren.