Tijdens vakantie’s bezoeken mijn gezin en ik bij voorkeur natuurgebieden als nationale parken en regionale natuurparken. In de zomer van 1996 voerde de reis onder andere naar het Parco Naturale Argentera in de Italiaanse Zeealpen. Dit park grenst direct aan het Franse Nationale Park Mercantour. Samen met nog twee kleinere Italiaanse reservaten vormen ze een “onbegrensd” natuurgebied van 102.221 ha. Binnenkort wordt er nog een aanzienlijke opppervlakte aan toegevoegd door de instelling van het Natuurpark Ligurische Alpen. Met toppen van meer dan 3200 m, gesteenten als kalk, graniet en leisteen, vele dalen, beken en bergmeren vormen deze gebieden een staalkaart van alpiene levensgemeenschappen met een, door hun zuidelijke ligging, mediterraan tintje. De planten- en dierenwereld is hier dan ook zeer rijk. Enkele tientallen plantensoorten komen nergens anders ter wereld voor. Van de dierenwereld zijn vooral de Steenbokken, Gemzen, Marmotten, Steenarenden en Slechtvalken opvallend aanwezig. In de Argentera kwamen in het broedseizoen van 1996 zeven paren Steenarend en drie paren Slechtvalk tot broeden. Net buiten het park broedde nog een paar Slechtvalken, evenals de Slangenarend. Eén vogelsoort werd echter tientallen jaren geleden uitgeroeid en die keerde niet terug: de Lammergier. Sinds een aantal jaren proberen natuurbeschermers in diverse Alpenlanden een project uit te voeren om de Lammergier weer als broedvogel terug te krijgen. Parco Naturale Argentera is één van de deelnemende gebieden.