Met het kiezen van deze titel willen we niet de Vossen in een ongunstig daglicht plaatsen. Wij stellen nadrukkelijk dat we het prachtig vinden dat deze beesten tegenwoordig overal voorkomen. De onzinnige hetzes die vanuit verschillende organisaties worden geregisseerd, worden niet door ons onderschreven. Toch komt het regelmatig voor dat ook wij hartstochtelijk vloeken als een Vos “ons” nest heeft gepredeerd. Na enige jaren speurwerk naar nesten van kiekendieven hebben we inmiddels de nodige nesten over de kling gejaagd zien worden door een zoogdier, maar in een substantieel deel van de gevallen waren Vossen er slechts indirect de oorzaak van dat het betreffende nest werd leeggevreten. Omdat het roofvogelwerk dankzij de activiteiten van de WRN inmiddels tot volle wasdom begint te komen en er meer en vooral beter naar kiekendieven wordt gekeken, willen wij graag WRN-medewerkers waarschuwen om zonder voorafgaand denkwerk naar een kiekennest te lopen. Door het simpele biologische gegeven dat Vossen (maar ook honden en katten) een uitstekende neus hebben, kan een te enthousiaste zoekactie leiden tot het mislukken van het betreffende legsel. Immers, onder de wind de geur opvangen van een nest met jongen en prooiresten is iets anders dan er naartoe lopen, zeker voor een Vos in doorgaans vrijwel ondoordringbare rietvelden. Een paadje, achtergelaten door nestcontroleurs, is dan vragen om moeilijkheden. Bij dit alles hanteren wij de stelregel dat het bezoeken van een nest vanwege triviale zaken als fotografie, even een kijkje nemen en alleen maar ringen uit den boze is, tenzij dit plaatsvindt binnen het kader van een doordacht onderzoek. Zo moet in onze ogen een nestbezoek altijd ten volle worden uitgebuit: dus naast biometrische maten nemen en ringen ook prooiresten verzamelen. Binnen het volwassen worden van de WRN als landelijke organisatie moet dit aspect ten volle worden gepromoot.