Het begon allemaal in een houtwal ten oosten van Gasteren, in een nest in een zwarte els op 5 meter hoogte. Hier werd 6.089.202 geboren op naar schatting 17 mei 1997. Zijn moeder was een licht-gekleurde vogel, de vader een donkere adult. Op 23 mei lag het jong voor dood op het nest, koud en levenloos, en slechts 10 gram zwaarder dan bij de geboorte. De bek was vol met nestmateriaal, misschien een laatste poging om de honger te stillen. Ik nam het pulletje mee om het -gezeten op een comfortabele bank in de zon bij het Gasterse Holt- voor de laatste keer te wegen en te meten, en het daarna als kadaver terug te geven aan de natuur. Het jong begon echter, na verwijdering van de rotzooi uit zijn bekje en doordat ik het tijdens de verplaatsing in mijn rechterhand hield in de buus van mijn NATO-legerjas, weer naar het rijk der levenden terug te keren. Ik besloot na dit voorval dat het Buizerdje een betere kans verdiende op een beter nest. Terugplaatsing op het oude nest zou zijn dood betekenen, omdat de ouders door de plaatselijk belabberde voedselsituatie het niet voldoende konden verzorgen en omdat SBB (StaatsRecreatieBeheer) een wandelpad had geopend dat pal langs het nest liep.