In 1995 besteedde ik voor het eerst meer aandacht aan het voorkomen van roofvogels in Midden-Friesland. In 1996 intensiveerde ik het onderzoek, zij het dat de activiteiten overwegend beperkt bleven tot de natuurreservaten. In 1997 werd het onderzoeksgebied verder uitgebreid. Het omvat nu c. 9000 ha Midden-Friesland, dat in zijn geheel op roofvogels wordt onderzocht. Deze uitbreiding werd bewerkstelligd door het samenwerken van diverse WRN-ers uit het zuiden van Friesland onder de bezielende leiding van Klaas Jager. Tijdens deze gezellige en informatieve bijeenkomsten in een café op de rand van de Riperkrite werden onder andere afspraken gemaakt over wie waar roofvogels inventariseerde of ging inventariseren. De toename van diverse soorten roofvogels speelde ook een motiverende rol.