Een Havik werd binnengebracht door Gerard Müskens. De nestboom van deze Havik bevindt zich in het Reichswald. Bij een nestcontrole bleek het mannetje dood onder het nest te liggen. Het vrouwtje lag ook op de grond, maar leefde nog. Deze vogel werd naar het asiel gebracht. Direct hebben we met veel water oraal en rectaal met een sonde gespoeld. Het dier was erg ziek en lag in een open ruimte op de vloer in de kamer. De tenen waren verkrampt, wat een aanwijzing voor vergiftiging is. Na een uur was het dier zo gevuld met water dat braken niet uitbleef. Een geluk, want het gif kwam er uit. De volgende dag lag het dier met open ogen te kijken. De tenen werden met een zacht balletje weer in de normale stand gezet, dit om verwondingen aan de poten tegen te gaan. Na drie dagen stond de Havik weer op haar poten. Het voedsel was rosbief en calciumtablet. Alles moest met een pincet naarbinnen worden gewerkt. Na zes dagen vloog de Havik uit de open bak die op een tafel voor het raam staat. Zeer op haar gemak staarde ze mij aan. Er werd een ring om de poot aangebracht, zodat steeds te zien is waar ze blijft als ze weer wordt vrijgelaten. Ook worden adres en woonplaats op de vleugelveren gestempeld. leder jaar worden de slagpennen geruid. Wanneer William Verpoort ruipennen gaat zoeken, kunnen we misschien meer te weten komen. Tot onze grote verbazing vinden we nog in hetzelfde jaar vlakbij de oude horst een gestempelde veer van onze Havik. Na diens herstel hadden we haar namelijk in de buurt van de oude horst vrijgelaten. Ze heeft direct weer een mannetje gevonden. Het jaar daarna zijn opnieuw gestempelde veren gevonden. Daarna konden we haar niet meer volgen.